In Sevilla zou ik wel kunnen wonen.. Deze heerlijke bruisende stad heeft zoveel verrassingen. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de rijke en boeiende geschiedenis waardoor veel verschillende culturen invloed hebben gehad op het uiterlijk van de stad. De pleinen, steegjes, parken, leuke terrassen, mooie doorkijkjes… je komt ogen tekort. De prachtige kathedraal heeft op mij veel indruk gemaakt. Eigenlijk zeggen de foto’s daarover wel het meest. De tapas zijn ook zo ontzettend lekker. Aan de Calle Adriano belandden wij bij tapasbar Baratillo waar we zulke lekkere artisjokken aten dat we twee dagen later weer terugkeerden om dit nogmaals te verorberen…
Sevilla als hoofdstad van Andalusië heeft invloeden die ver teruggaan in de oudheid. De grieken, romeinen, visiogoten, vikingen, moren, joden, christenen… van al deze volken liggen voetstappen en verhalen in deze stad.
In het oude centrum van Sevilla zijn gebruiksvoorwerpen teruggevonden, zoals keramiek en pijlpunten, uit de periode van 1000 v Chr.
Nog steeds is er de onbeantwoorde vraag, wie heeft Sevilla gesticht? De Phoeniciërs (Feniciërs) leefden in die tijd, als handelsvolk in het huidige Libanon en voeren met hun scheepjes langs de gebieden die aan de Middellandse Zee lagen om handel te drijven. De oorsprong van dit volk is niet helemaal duidelijk maar het meest waarschijnlijk is dat ze aanvankelijk gewone Kanaänieten waren, die zich later mengden met Semitische nomaden uit het achterland en kustvissers. Tussen 1500 en 400 v.Chr. waren zij in ieder geval de belangrijkste zeevaarders en handelaars van de Middellandse Zee en stichtten ze overal koloniën.
De mythe gaat dat Hércules, of eigenlijk de Phoenicische zeevaarder Melkart (Hercules) Sevilla heeft gesticht. Hij zou onder andere de Phoenicische religie en de handel hebben geïntroduceerd. Vooral de handel in stierenhuiden en daarnaast zou hij ook de zilvermijnen (Almadén de la Plata) hebben ontdekt. Hij werd door de bevolking tot held uitgeroepen en werd bekend bij de Grieken die zijn naam wijzigden in Herakles. Vervolgens werd hij bij de Romeinen befaamd als Hércules.
De Phoeniciërs waren ook het volk dat handel dreef in Sevillaanse producten als olijfolie, wijn, granen, koper en keramiek. Er zijn zelfs in Athene uit deze tijd Sevillaanse wijnkruiken gevonden. De historische naam Hispalis (zoals Sevilla destijds heette) kan afkomstig zijn van het Phoenicische woord “pal” dat vlakte betekent (andere Phoenicische steden waren ook Palos, Palamós of Palafrugell).
Rond 600 voor Chr. veroverde de Carthagen Sevilla van de Phoeniciers tot rond 200 voor Chr. toen de Romeinen de macht kregen over dit gebied. Zuid-Spanje werd door de Romeinen grondig geromaniseerd. De opbrengst van de zilver- en goudmijnen van de streek kwamen ten goede aan Rome en o.a. Julius Caesar, die een tijdje gouverneur in Baetica (ongeveer het huidige Andalusië) was, bekostigde hiermee zijn verovering van de macht over het Romeinse Rijk. Gedurende de neergang van het West-Romeinse Rijk werd er door verschillende Germaanse stammen gestreden om de stad en uiteindelijk hebben ‘de Visigoten’ de strijd gewonnen.
Na de verovering van het Iberisch Schiereiland breekt het Moorse tijdperk aan in 712 tot de 13e eeuw na Chr.
Sevilla werd een belangrijk centrum in Al-Andalus, ofwel Moors Spanje. De stad werd door de moslims overgenomen en omgedoopt tot Išbīliya, afgeleid van Hispalis, waar de huidige naam ‘Sevilla’ is afgeleid. Het was de hoofdstad van vele koningen van verschillende Moorse dynastieën.
Echter in 1248 heroverden troepen van Koning Fernando III van Castilië bij de Reconquista het Iberisch schiereiland. Bijzonder veel oorspronkelijke Moorse elementen zijn nog terug te vinden in de historische wijk, en ook grote delen van de versterkte stadsmuur. De Moorse en stedelijke invloeden werden voortgezet en zijn zeer aanwezig in het hedendaagse Sevilla, een erfenis die alom is gewaardeerd door geleerden en reizigers.
In 1492 had Sevilla voordeel van de expeditie van Christoffel Columbus naar Amerika (vanuit de haven van Sevilla). Alle ingevoerde goederen uit de Nieuwe Wereld moesten Casa de Contratacion passeren voordat het over de rest van Spanje werd verspreid. Als enige haven met dit koninklijke monopolie voor de handel bracht dit een gouden tijdperk van ontwikkeling, met de rijkdom van de groeiende Spaanse kolonies in Amerika. De bevolking van de stad was gegroeid tot bijna een miljoen mensen in de eerste honderd jaar na Columbus. De ontwikkeling van de stad was vooral te danken aan zijn economische positie in het Koninkrijk van Castilië, met de bouw van openbare gebouwen, Waaronder kerken, waarvan er vele in. Het Paleis van de Moren werd de Castiliaanse koninklijke residentie, het Alcázar van Sevilla. De bovenste niveaus van het Alcázar worden nog steeds gebruikt door de koninklijke familie als het officiële verblijf in Sevilla en worden beheerd door de Patrimonio Nacional.
In de late 16e eeuw werd de monopolie verbroken, omdat ook de haven van Cádiz werd toegelaten als haven van de handel. Daarbij verminderde ‘De grote pest’ van Sevilla in 1649 de bevolking met bijna de helft. Al met al wilde het nadien niet meer zo vorderen met de groei en bloei van weleer. Het Spaanse Rijk werd verenigd en geregeerd door vorsten uit de Europese dynastieën, en het Koninkrijk van Castilië verloor invloed. In de 18e eeuw nam het internationaal belang van de stad af. Na de verzanding van de haven door de rivier de Guadalquivir, werd de scheepvaart gestaakt en onderging de stad relatieve economische achteruitgang. De ontwikkeling van Sevilla in de late 19e en vroege 20e eeuw wordt gekenmerkt door bevolkingsgroei en toenemende industrialisering, dit in tegenstelling tot de rest van Andalusië.
Sevilla viel heel snel voor de troepen van generaal Franco in het begin van de Spaanse Burgeroorlog in 1936. Dit als gevolg van de nabijheid van de invasiemacht uit Marokko. Na de eerste overname van de stad, bood de arbeidersklasse nog enige tijd weerstand, totdat er een aantal felle represailles heeft plaatsgevonden. Franco stierf in 1975 en pas vanaf 1977 is Spanje weer een democratie geworden.
In de 15e eeuw werd ‘De kathedraal van Sevilla’ in gotische architectuur gebouwd. De klokkentoren, de Giralda, werd gebouwd vanaf de minaret van de originele Grand moskee.